Gemeenten zijn al bijna een jaar bezig met het reguleren van het “nieuwe normaal” in de openbare ruimte. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) faciliteerde op 19 en 21 januari 2021 drie online rondetafelbijeenkomsten, waarin gemeenten best practices deelden over druktebeheersing in coronatijd. Welke inzichten levert dit op?
Gemeenten hebben op verschillende manieren te maken met druktebeheersing: allereerst als “hoeder van de openbare orde en veiligheid” en handhaver van de coronaregels, maar de gemeente is ook vanuit sociaal-maatschappelijk belang betrokken en is belanghebbende bij het in stand houden van de lokale economie. De anderhalvemetersamenleving is voor iedereen nieuw en dus zijn veel van de maatregelen die gemeenten nemen ook nieuw of in ieder geval niet eerder toegepast onder dergelijke omstandigheden. Praktijkervaringen delen is dan ook zeer waardevol, want dit versnelt het lerende vermogen en draagt bij aan de effectiviteit van de maatregelen.
Praktijkervaringen delen
Het onderling delen van de lessen kan actiever plaatsvinden en daarom koos de VNG voor een serie rondetafelbijeenkomsten, onder begeleiding van de crowd management-experts van het Event Safety Institute. Deelnemers waren afkomstig uit gemeenten die waardevolle lessen hadden geleerd. De sessies waren geclusterd rond drie domeinen: 1) vrijetijdshotspots, 2) binnensteden en 3) evenementen en markten. Op die manier kon gericht worden ingegaan op praktijkervaringen op deze specifieke typen locaties en omstandigheden. Al eerder schreef het Event Safety Institute de handreiking crowd management in de openbare ruimte in opdracht van de VNG. Als aanvulling op de theorie staan best practices en ervaringen van verschillende gemeenten nu centraal.
Vrijetijdshotspots
De vrijetijdshotspots kregen de afgelopen maanden te maken met nieuwe bezoekerspatronen. Nederlanders zoeken veel de natuur op en dat merken de gemeenten en beheerders van natuurgebieden zoals bossen en stranden. Er wordt meer afval achtergelaten en de druk op met name parkeercapaciteit loopt soms flink op. De gebieden zelf hebben over het algemeen nog ruimte genoeg, al is de uitdaging om te voorkomen dat alle gebruikers dezelfde paden nemen. Meer spreiding moet hinder kunnen voorkomen. Op Texel hebben de gemeente, de rederij, de VVV en ondernemers een drukte app ontwikkeld die ze samen bijhouden om zo de drukte op het eiland inzichtelijk te maken en bezoekers te informeren over het druktebeeld op dat moment. Het gebruik van de app lijkt met name succesvol te zijn geworden doordat ondernemers en overheid op het eiland nauw samenwerkten. Zodoende werd het gemeenschappelijke belang samen ingezien en bleef iedere stakeholder zijn steentje bijdragen aan een actueel en accuraat druktebeeld. De gemeente heeft ervaren dat bezoekers hier goed mee uit de voeten konden. Verschillende provincies hebben ook eerste stappen gezet in het signaleren en communiceren over drukte. Erkend wordt dat drukte registreren door middel van waarnemingen (door o.a. ondernemers in het gebied) een begin is, maar vaak nog niet voldoende betrouwbaarheid biedt. Een bijkomend punt is dat de communicatiekanalen die ervoor worden gebruikt vaak nieuwe websites en apps zijn, die niet het grote publiek weten te bereiken. Wel valt op dat berichten van de gemeente over grote drukte op social media vaak door de regionale en de landelijke pers worden opgepakt; zodoende kan alsnog het grote publiek worden bereikt.
Binnensteden
In de binnensteden gaat met name veel aandacht uit naar populaire winkelstraten en horecagebieden. Gemeenten introduceerden nieuwe inrichtingselementen in de openbare ruimte, zoals gescheiden looproutes, eenrichtingverkeer in smalle straten, fietsverboden en extra ruimte voor terrassen. Moeilijk blijft het om te voorkomen dat het te druk wordt, want bezoekersgedrag blijft moeilijk te sturen en een binnenstad afsluiten is niet eenvoudig (en vanuit economisch oogpunt ook onwenselijk). Toch zijn er veel waardevolle lessen te delen die tezamen bijdragen aan een beheersbare binnenstad. Zo heeft Utrecht extra ingezet op het weren van geparkeerde fietsen door reeds bestaande fietsparkeerplekken beter te benutten, fietsvrij Utrecht, in de (binnen)stad om extra (loop)ruimte te maken zodat bezoekers meer ruimte hebben om de 1,5 meter in acht te nemen. Bijkomstig effect hiervan was een betere toegankelijkheid voor bezoekers met een beperking. In Amsterdam, Groningen en diverse andere steden wordt al langere tijd veel ingezet op druktemeetsystemen in populaire gebieden. De data uit deze systemen bieden managementinformatie: patronen in bezoekersaantallen per dag en per gebied laten zien hoe de drukte zich ontwikkelt. Daarnaast kunnen actuele druktemeetsystemen de gemeente helpen om tijdig te signaleren dat het ergens te druk (dreigt te) worden. Dit biedt de kans om een vooraf uitgewerkt scenario in werking te stellen, zoals het eenrichtingverkeer dat enkele malen werd ingesteld op de Kalverstraat en in het Wallengebied.
De aangepaste inrichting in binnensteden wordt ondersteund met bebording en inzet van zogenoemde city hosts of coronacoaches, die mensen op de regels wijzen en naleefgedrag stimuleren. Wat betreft de inzet van borden moet worden gewaakt voor tegenstrijdige informatie en gebruik van verkeersborden: veel voetgangers registreren een verkeersbord niet als relevante informatie. Effectiever lijkt het inzetten van een positief ingestoken campagne met een combinatie van borden, stickers, banners en city hosts die samen dezelfde boodschap uitdragen en inspelen op het “samen tegen corona”-gevoel. In onder meer Den Haag en Leeuwarden werden ook acteurs ingezet om mensen op een luchtige manier te stimuleren zich aan de 1,5 meternormen te houden.
Evenementen en markten
In de anderhalvemetersamenleving is het extra lastig om drukbezochte samenkomsten zoals evenementen en markten veilig mogelijk te maken. Verschillende gemeenten hebben de afgelopen maanden wel een aantal evenementen mogelijk gemaakt, maar waarschuwen ook. Een relatief klein evenement heeft al veel maatregelen te nemen om te grote drukte te voorkomen. Een sportevenement dat door de openbare ruimte gaat kan veel publiek trekken dat te dicht op elkaar gaat staan om het verloop te kunnen volgen. En op een markt moet je als bezoeker vaak vooraan komen te staan om je bestelling te plaatsen, waardoor bezoekers min of meer gedwongen worden om de 1,5 meternorm te overschrijden. Daarnaast ontstaat op makten op een gegeven moment ook een zekere “regelvermoeidheid”.
Toch zijn er ook voor evenementen en markten al waardevolle lessen gedeeld die kunnen bijdragen aan het beheersbaar houden van deze drukke plaatsen. Zo is het verstandig te werken met een telsysteem zodat je constant zicht houdt op de drukteontwikkeling en tijdig kunt anticiperen op te grote drukte. Tilburg gaf aan dat bezoekers vooraf is duidelijk gemaakt dat de kermis dit jaar kleiner zou zijn, waardoor de massale toeloop uitbleef. Daarnaast heeft Tilburg ook op social media het animo voor de kermis telkens in de gaten gehouden. Gorinchem gaf aan dat zij heeft ervaren dat met name voor de doorstroming van bezoekers bij de instroom goed aandacht moet zijn, zodat een wachtrij kan worden voorkomen. Den Haag gaf aan dat het helpt vanuit de customer journey te denken, want dat helpt om te bedenken op welk moment en via welke kanalen je de informatie aan je bezoekers kunt geven.
Veel gemeenten hebben ten aanzien van evenementen ook procesgerelateerde lessen geleerd. Het beoordelen van evenementen in coronatijd vraagt immers om steeds opnieuw de aanvraag tegen het licht van de dan geldende regels en maatregelen te beoordelen. Tilburg verkortte het beoordelingstraject, zodat sneller een beoordeling kan plaatsvinden onder de dan geldende maatregelen. Amsterdam organiseerde wekelijks een overleg met alle adviserende diensten waarin alle ingekomen aanvragen direct multidisciplinair konden worden besproken. Dit bespoedigde de advisering, want alle diensten waren direct op vlieghoogte om advies te kunnen geven. Een ingewikkeld punt voor een aantal gemeenten was de rol van de veiligheidsregio. Deze verschoof van adviserend naar bepalend. Nu de Tijdelijke wet van kracht is en de systematiek van regionale noodverordeningen is gestopt, moet de veiligheidsregio weer meer adviserend naar de burgemeester als bevoegd gezag worden ingestoken.
Netwerk versterken
Naast het delen van best practices, was het grootste gemeenschappelijke resultaat het versterkte netwerk tussen deelnemende gemeenten. Om de digitale rondetafel komen ambtenaren Openbare Orde en Veiligheid, Economische zaken, Verkeer, Openbare Ruimte en verschillende vakafdelingen van de VNG samen. Deelnemers gaven aan de behoefte te hebben om de komende maanden ervaringen te blijven delen. De komende maanden zal op deze website met enige regelmaat de uit de gesprekken opgetekende ervaringen en best practices met jullie worden gedeeld.
Interesse om ervaringen mee te delen? Meld je aan via: info@maaksamenruimte.nl