Coronamaatregelen en gedrag: hoe ziet de wereld er straks uit?

Hoe ziet de wereld er straks uit na de lockdown. En dan vooral: hoe gaan mensen zich dan gedragen in de openbare ruimte. De gemeente Nijmegen is hier druk mee bezig en riep de hulp in van andere gemeenten over dit beeld te sparren. Een tiental gemeenten sprong Nijmegen te hulp en ook gedragspsycholoog Bob van Dam gaf een inkijkje in de gedragingen van mensen en wat we kunnen verwachten.

Oude vs. Nieuwe maatregelen
Werken straks de oude maatregelen nog wel? En wat werkt straks niet meer? Dat was de voornaamste vraag.

“Het is niet alleen het probleem van Nijmegen, maar eigenlijk van heel Nederland. We hopen allemaal weer naar buiten te kunnen en te genieten van terrassen en winkels. Maar gaat dat goed?” zo vraagt Fred Aalders van de gemeente Nijmegen zich hardop af.
Luisteren mensen nog wel naar borden en bewegwijzering zoals voorheen? Of is de angst eraf? “Angst bij de gemeente zit er in dat het ongecontroleerd gaat worden. Dat de grote massa’s te dicht bij elkaar komen. En dat we moeten ingrijpen met boa’s of de politie. Dat is iets wat je niet wil.”

Een van de voorbeelden die daarbij genoemd wordt, is het openen van de terrassen. Waarvan alle aanwezige gemeenten het eens zijn dat het openen waarschijnlijk wel een stormloop gaat betekenen in het begin.
“Als het mooi weer wordt, dan komen mensen toch wel buiten in de stad. Je ziet dan dat mensen gaan zwerven. Het openstellen van de terrassen is juist een vorm van crowdcontrol, omdat je dan de lopende drukte in de straat kan reguleren”, zo verwoord de gemeente Utrecht het. Andere aangesloten gemeenten, zoals Apeldoorn en Breda herkennen dit beeld wel.

Zonder de opening van de terrassen ontstaan hotspots in bijvoorbeeld parken, en wordt het minder uitgesmeerd over de stad. Wel is het dan de bedoeling om voldoende terrassen te hebben.
Diverse gemeenten breiden hiervoor de terrassen uit, of offeren parkeerplekken op in de stad voor pop-up terrassen.

Daarnaast wordt ook aandacht gegeven aan het circulatieplan in de stad om drukke plekken te voorkomen, in combinatie met druktemeters (waarvan wel aangegeven wordt dat deze dynamisch moeten zijn).

Maar is dit allemaal genoeg om het gedrag te beïnvloeden?

Gedragspsychologie
Om gedrag effectief te kunnen beïnvloeden zijn een aantal factoren van belang. Bob van Dam, gedragspsycholoog, somt het op in vijf punten:

  • Doel: heb je een concreet doelgedrag wat je wil zien? Maak het zo concreet dat je het in een foto vast kan leggen.
  • Weten: weet de doelgroep wat er van hen verwacht wordt? Vermijd hoog over termen (“vermijd drukte”, maar wanneer is het druk?)
  • Willen: is de groep gemotiveerd genoeg om dit gedrag te vertonen?
  • Kunnen: is het doelgedrag mogelijk voor de doelgroep? Zijn de terrassen in het centrum vol? Kan de doelgroep dan elders terecht zonder het druk te maken?
  • Doen: help je de doelgroep het doelgedrag uit te voeren? Door bijvoorbeeld pop-up terrassen.

Van Dam zegt dat uit de cijfers blijkt dat ‘willen’ bij een groot deel van de Nederlanders nog wel goed zit. Daarom is vooral ook focus op de andere vragen nodig. Al moet er wel rekening gehouden worden met dat de wil onder druk staat.

“Er is behoefte aan sociaal contact, autonomie, zekerheid (fundamentele drijfveren). Dat zit in ons. De coronamaatregelen onderdrukken dat. Je hebt wilskracht om dat vol te houden. Eerst werden we gestuurd door angst en onzekerheid. Nu zijn doelgroepen zich anders gaan verhouden richting het virus. Angst en onzekerheid is er gaat er steeds meer vanaf. Wat motiveert dan nog?”

Toch adviseert hij om uit te gaan van een positief mensbeeld. “De meeste mensen willen wel. Dus zet daar op in.  Maar sommige mensen zijn wel gefrustreerd met andere intenties, daar moet je ook een plan voor hebben.”

“Wat kunnen we dan verwachten? Als je iets meer autonomie terugkrijgt zorgt dat voor ontlading. De vraag is in hoeverre je dat kan reguleren? Zo trekt drukte meer drukte aan. Vervolgens krijg je een andere sociale norm. Als niemand zich aan de regels houdt, dan doe je dat zelf ook minder. Help dus mensen herinneren naar wat ze eigenlijk wilden.”

Ook waarschuwt Van Dam voor de effecten van alcohol en drugs: “Als mensen dus de ontlading voelen, in combinatie met alcohol, kan ervoor zorgen dat het richting het einde van de dag het lastiger wordt je aan de regels te houden.”

Do’s
Wat je als gemeenten dan vooral kan doen is het doelgedrag concretiseren en daar de resources op inzetten. “Wees GASTvrij”, zoals Van Dam het omschrijft, “GAST staat daarbij voor: Gemakkelijk, Aantrekkelijk, Simpel en Tijds- en locatiegebonden.”

Lees ook eens de ervaringen en aanpak van de gemeente Den Haag in het artikel: Gastveiligheid in Den Haag

En meld je ook aan voor een van de online bijeenkomsten druktebeheersing voor gemeenten.