Dinsdag 15 juni vond de derde VNG-rondetafelbijeenkomst plaats over druktebeheersing in binnensteden in coronatijd. Aan de hand van recente mediaberichten kwam het gesprek op gang over de huidige staat van de coronacrisis in de binnensteden. Het algemene beeld: in veel steden is het inmiddels flink druk, maar het leidt niet tot excessen. Drukte lijkt zich inmiddels behoorlijk goed te spreiden over winkels, terrassen en parken.
Effectievere aanpak
De aanpak van druktebeheersing is in dit coronajaar steeds effectiever geworden. Partners binnen en buiten de gemeente zijn elkaar steeds beter gaan vinden. Waar in het begin soms bleek dat maatregelen elkaar in de weg zaten, wisten verschillende afdelingen van de gemeenten elkaar gaandeweg steeds beter vooraf te vinden voor de nodige afstemming.
Een resultaat van de corona-aanpak is dat de parken bij het binnenstadmanagement beter in beeld zijn gekomen. Zo heeft de stad Utrecht drie stedelijke parken nu goed in beeld en is er inzet van toezicht, met een opschalingsmodel naar handhaving. De inzet was eerst tot 21:00u en moest daarna worden uitgebreid tot 23:00u. Dit had weer alles te maken met de langere openstelling van terrassen; toen deze tot 22:00u open mochten zag men dat een deel van de bezoekers daarna nog het park in trok. De algemene les ten aanzien van het waarborgen van de openbare orde is: kort erop zitten helpt goed.
Het wachtrijmanagement is een punt van aandacht geweest na de heropening van de winkels. In vele steden ontstonden er lange wachtrijen. In eerste aanleg was de norm voor winkelbezoek 1 persoon per 25m2 en dat zorgde voor flinke wachtrijen, die ook op straat de doorstroming konden blokkeren. Toen deze norm werd bijgesteld naar 10m2 per klant verdwenen de meeste wachtrijen. Een aantal winkels blijft door hun beleid wachtrijen veroorzaken. Het gaat deels om bepaalde winkelketens die in iedere stad dezelfde problemen veroorzaken; is dit soms een bewuste strategie om aandacht te trekken? Als het niet lukt om dit met goed bedoelde adviezen op te lossen, is handhaving soms ook nodig. Utrecht is al overgegaan tot het uitreiken van een brief met een aankondiging van een last onder dwangsom. Ook kan soms effectiever worden opgetreden als een private eigenaar van een winkelcentrum zijn huurder dreigt een sanctie op te leggen.
Gelukkig lukt het over het algemeen steeds beter om goede afspraken te maken met winkeliers. Dit gebeurt doorgaans door samen op te trekken met centrummanagement en de winkelierscollectieven. Zo kunnen gezamenlijke plannen worden gemaakt zoals het werken met eenduidig gestylde wachtrijen.
Bezoekersgedrag
Veel meer mensen zijn door de coronatijd naar buiten getrokken om er een ommetje te maken of te sporten. Meer buiten vertoeven kan leiden tot meer hinder en overlast, maar dit lijkt tot op heden mee te vallen. Wel is er een stijgend aantal meldingen over de buitenruimte, zo gaf Stadswerk aan. Veel mensen maken hun ommetje in de eigen wijk en dat vergoot de sociale controle. In die zin kan dit bijdragen aan een veiligere wijk.
In maart hield Maak Samen Ruimte met de gemeente Nijmegen een bijeenkomst over de verwachtingen van het gedrag van de terugkerende bezoeker na heropening van de terrassen en winkels. Het leidde ook nog tot een praktische handreiking.
Het beeld over de gedragingen van bezoekers van de binnenstad is inmiddels vrij genuanceerd. Algemeen wordt erkend dat bezoekers zich vrijer gedragen en sommigen in winkels bewust het mondkapje niet meer opzetten. Maar echte excessen blijven uit. De verwachting is dat het niet meer willen houden aan de basismaatregelen zal toenemen naarmate meer mensen gevaccineerd worden.
Toch zien de druktemanagers van de steden dat de meeste binnenstadbezoekers zich nog wel netjes aan de (tijdelijke) regels houden. Breda merkt minder frustratie in de binnenstad als gevolg van de versoepelingen. Al gaan lang niet alle parkbezoekers nu naar een terras, er is minder spanning voelbaar dan voor de versoepelingen. Binnenstadbezoekers reageren echter wel op het kabinetsbeleid: wanneer versoepelingen al worden aangekondigd nemen velen er een voorschot op.
Handhaving moeilijk
Gemeenten ervaren dat het handhaven van de landelijke coronaregels steeds problematischer is. Een van de deelnemers gaf aan dat het steeds moeilijker uit te leggen is waarom het één wel mag en het ander niet. Toezichthouders hebben behoefte aan duidelijke kaders en die kunnen ze hen op basis van het kabinetsbeleid steeds minder goed bieden. Zij concentreren zich daarom in de handhaving op de regels die het meest logisch uitlegbaar zijn.
Toeristen komen
Vanuit het NBTC kwam het beeld dat Nederlandse gemeenten zich mogen verheugen op terugkeer van het toerisme. Dit zal voorlopig met name vanuit landen om ons heen zijn: België, Duitsland en Frankrijk. Nederland zit minder in de gevarenzone en dus kan het weer druk worden met ooster- en zuiderburen op de stranden en in de toeristische steden en dorpen. De Nederlander viert deze zomer ook nog massaal vakantie in eigen land en dus zal er aandacht nodig zijn voor de drukte die deze combinatie kan gaan veroorzaken.
Blijvende aandacht
Vanuit ESI kwam de vraag of gemeenten merken dat de parken en andere recreatielocaties in de stad nu blijvend drukker worden bezocht dan voor corona. Het kan immers zo zijn dat bepaalde bewoners de parken hebben ontdekt en er naartoe blijven gaan. Dit wordt deels wel herkend. Gemeente Amsterdam zet bijvoorbeeld de komende periode extra toiletten in de parken, zo bleek uit mediaberichten. Breda wil ook recreatief bezoek goed blijven faciliteren, maar wil uitdrukkelijk niet regulerend blijven optreden als dat niet meer nodig is. Anderzijds moeten we met elkaar oppassen dat we niet moeten denken dat het voor corona allemaal prima in orde was. Utrecht merkt met name in de avonden veel overlast van wildplassen; kennelijk hebben de parkbezoekers dan niet meer de energie om naar een toiletgebouw te lopen. De gemeente plaatst daarom in ieder geval nog tijdelijk extra toiletten.
Jeugd
In de gemeente Breda wordt momenteel hard nagedacht over hoe om te gaan met problematische jeugdgroepen. Deze hebben de afgelopen periode een aantal stevige aanvaringen gehad met handhavers en politie. Als gemeente wil je ze het liefst op een plek waar ze geen overlast veroorzaken maar waar je wel zicht op ze hebt, maar welke plekken zijn dit en hoe verleid je ze daarheen te gaan?
Toekomst
Betrokkenen willen graag lessen trekken uit de coronatijd die waardevol zijn voor de toekomst. Hoe kan de openbare ruimte nog beter worden beheerd als een veilige plek die prettig is om in te wonen, werken en recreëren?
Die vraag is nog niet heel eenvoudig te beantwoorden. Een van de deelnemers gaf aan dat er nu een operationeel plan binnenstad is waarvan een deel waarschijnlijk niet snel meer gebruikt wordt en een deel wellicht wel vaker zal worden toegepast. Bijvoorbeeld de inzet van city hosts op drukke dagen. En vanuit Utrecht werd aangegeven dat het in het wildeweg overal parkeren van fietsen in de binnenstad waarschijnlijk blijvend verleden tijd is. Ook aandacht voor het wegnemen van obstakels uit drukke looproutes blijft erin zitten. Het lijken dan ook vooral designmaatregelen die blijven, af en toe aangevuld met management op de drukke dagen.
Komende tijd zal het NBTC zich met de VNG en ESI inzetten om de lessen van bezoekersmanagement van ruim een jaar coronatijd te bundelen en te delen als ‘legacy’ voor de toekomst. Immers hadden al diverse steden en dorpen te maken met flinke drukte voor corona. De noodzaak om bezoekersstromen actief te managen heeft veel waardevolle inzichten opgeleverd die zullen worden gebundeld en actief zullen worden uitgedragen.
Voor de binnensteden kwam met deze rondetafelsessie een einde aan een actief netwerk waarin ervaringen konden worden gedeeld. Deelnemers gaven aan dit netwerk graag in stand te houden zodat het kan worden geactiveerd wanneer nodig. ESI zal met de VNG bekijken hoe dit naar de toekomst toe kan worden geborgd.